Leerkrachten van Platoo die een idee hebben dat vernieuwend is, mogen het ook uitvoeren. De scholenorganisatie stelt daarvoor tijd en geld beschikbaar. Dit alles onder de naam PlatooLab. Projecten worden begeleid door twee docenten, die hiervoor één dag in de week zijn vrijgemaakt.

Marjon van Keersop en Judith Koppens stimuleren collega’s om met plannen te komen. ,,Dat we zelf ook voor de klas staat, maakt het sterker”, stelt Van Keersop. PlatooLab bestaat eigenlijk al sinds 2014. ,,Aanvankelijk werden de schooldirecteuren gevraagd om projecten op te zetten die ondernemend zijn”, aldus bestuursvoorzitter Annemie Martens. Later kwam er een omslag: ,,Platoolab moet voor en van de leraar zijn”, omschrijft Koppens het.

Kaasmaken
Het duo is in mei begonnen. Twee ideeën zijn al in de ‘uitprobeerfase’: kaasmaken op basisscholen in Son en Breugel en werken met een greenscreen om eigen filmpjes te maken om de lesstof te verwerken. Koppens: “Dat gebeurt op de Rietpluim in Nuenen. Er wordt onder meer een belevingsfilm over Europa gemaakt.” Daarnaast is een leerkracht bezig met het starten van een onderzoek naar Engelstalige les op de basisschool. En er zijn nog veel ideeën in ontwikkeling. Een plan hoeft niet per se voort te komen uit een probleem waar iemand tegenaan loopt. Van Keersop: “Het kan ook iets zijn dat een leerkracht altijd al heeft willen doen.” Drie dingen staan daarbij wel voorop: het moet vernieuwend zijn, gericht op samenwerking en overdraagbaar. Een project moet dus door een andere school kunnen worden overgenomen.

Wens
Wat te doen met slechte ideeën? Koppens: “Slechte ideeën bestaan niet. Het kan wel zijn dat er nog te weinig over nagedacht is. Dat er meer met anderen over gediscussieerd moet worden. Het is aan ons om al vragend te achterhalen welke gedachte er achter een wens zit.” Maar de werkdruk voor leerkrachten is toch zo hoog, bleek bij de stakingen. Martens: “De mensen krijgen hiervoor de benodigde uren. Dat kan betekenen dat er een vervanger wordt ingeschakeld. Er is lang gezegd over vernieuwingen: het is belangrijk, maar ze moeten het erbij doen. Door mensen die tijd en ruimte te geven, kun je echt stappen maken. Dit is echt een kwestie van keuzes maken in je begroting. We willen heel graag die onderzoekspoot een stevige positie geven. Daar staat en valt het toekomstig onderwijs mee.” Zo is het kaasproject een voorbeeld hoe kinderen die beter met de handen zijn, op een andere manier kunnen leren. Van Keersop: “In plaats van uit een boek leren ze in de praktijk.”

Platoolab kreeg onlangs een steun in de rug van de PO-Raad, die het belang van innovaties aangaf. En daarbij benadrukte dat die van de werkplek moeten komen. Dan heb je het meeste draagvlak. Koppens: “We zijn dus een soort koploper.”